Hi lezers!
Mijn naam is Merel Bosma, 27 jaar, opgegroeid in Sneek en verhuisd naar Heerenveen. Hier woon ik al vijf jaar samen met mijn vriend, Nick. In het dagelijks leven ben ik werkzaam als studiecoach op een middelbare school in Heerenveen en begeleid ik leerlingen met autisme.
Sinds jongs af aan is schaatsen mijn grootste hobby en doe ik al een tijdje mee in de topdivisie bij de dames van het marathonschaatsen. Als marathonschaatser is fietsen een van de belangrijkste training in het jaar. Zowel in de zomer om een hele goede basis te krijgen en in de winter om je lichaam soepel te houden en de conditie op pijl te houden.
Mijn zomertrainingen zien er heel anders uit dan mijn wintertrainingen. In de zomer zit ik zo’n drie à vier keer per week op de fiets. Daarnaast skeeler ik twee keer per week en doe ik nog een loop/sprongtraining. Mijn fietstrainingen bestaan uit lange duurritten (3 à 4 uur), herstelritjes (1,5 à 2 uur) en extensief en intensieve duurblokken. Samen met een persoonlijke trainer bespreek ik mijn trainingsschema en hebben wij intensief contact over hoe het mij met gaat, hoe de trainingen gaan etc.
In de winter fiets ik om de dag, tussen mijn schaatstrainingen en wedstrijd door. Dit betekent dat ik veelal herstelritten maak van 1,5 à 2 uur afhankelijk van het weer en hoe druk ik het heb. Zaterdag is de vaste wedstrijddag en daarom fiets ik vrijdag wat korter als wedstrijdvoorbereiding op zaterdag. Zaterdagochtend fiets ik kort in, ongeveer 40 minuten en op zondag probeer ik een langere fietsrit te maken om mijn basis goed te houden voor de natuurijswedstrijden eind januari en begin februari. Dit is tevens een van mijn doelen; het winnen van een natuurijswedstrijd!
Trainingsperiode Weissensee 2020
Momenteel heb ik net een natuurijsperiode op de Weissensee (Oostenrijk) achter de rug waar ik tien dagen ben geweest. Op zondag 19 januari ben ik ’s ochtends vroeg met mijn schaatsteam vertrokken en waren wij rond een uur of zes aangekomen. Wij konden direct aanschuiven voor het eten in het hotel en na het uitladen van de bus, ben ik vroeg gaan slapen.
Maandagochtend heb ik mijn schaatsen ingetaped met bubbeltjesplastic tegen de kou en hebben wij het ijs ‘verkend’. Natuurijs schaatst altijd anders dan gewoon kunstijs en dat betekent dat je je techniek deels moet aanpassen. Daarnaast zitten er in tegenstelling tot kunstijs veel scheuren in het ijs en schaats je veelal rechte stukken en weinig bochten. In de middag heb ik samen met een ploeggenootje nog even een klein uurtje los gefietst op de MTB. Het was lekker weer en ik wilde de autoreis even uit mijn benen trappen.
Dinsdagochtend heb ik wederom los gefietst op de MTB samen met mijn schaatsteam. Wij hebben een leuke route boven in de bergen gefietst en hebben na een uur even een bakkie gedaan bij ons favoriete restaurantje aan het einde van het grote meer (de Weissensee bestaat uit het kleine en het grote meer, waarbij wij vaak alleen schaatsen op het kleine meer).
Woensdagochtend heb ik nog één uur geschaatst, waarbij naast de ijsgewenning ook een aantal korte sprintjes op het programma stonden. Dit omdat donderdag de eerste wedstrijd plaatsvond en het een fijn gevoel geeft wanneer je ook op een hogere snelheid gemakkelijk over het ijs schaatst.
Donderdagochtend om 10.00 uur stond de eerste grote Grand Prix wedstrijd op het programma, het AKM (Aart Koopmans Memorial) over 60 kilometer. De wedstrijd verliep erg lekker, ik heb meerdere aanvallen gepleegd en zat uiteindelijk in de beslissende kopgroep. Met nog zo’n 10 kilometer te gaan belandde ik in een kleinere kopgroep met nog twee andere rijdsters. Helaas werden wij op zo’n 4 kilometer voor de streep ingehaald en ik heb ik de sprint aangetrokken voor mijn ploeggenoot welke 3e werd. Zelf werd ik 9e en had ik een goed gevoel overgehouden aan de wedstrijd maar baalde ik dat ik dat wij werden teruggepakt.
Vrijdag heb ik wederom los gefietst en dit keer niet bovenlangs, maar lekker vlak twee rondjes om het kleine meer heen (ongeveer één uur). Voor de rest rust ik goed uit door veel in bed te liggen of buiten in de zon te zitten.
Zaterdag stond een van de mooiste wedstrijden op het programma, het ONK (open Nederlands Kampioenschap) over 100km. Een aantal jaar geleden ben ik al eerder tweede geworden, dus ik stond de popelen aan de start om te winnen. Na zo’n 40 kilometer belandde ik in de beslissende kopgroep van zes rijders, waarvan er uiteindelijk vier overbleven. Ik had veel last van mijn rug en voelde dat een derde plek het hoogst haalbare was omdat twee meiden enorm sterk waren. Na een spannende finale werd ik uiteindelijk derde en was ik opgelucht en blij!
Zondagochtend heb ik wederom een uurtje gefietst langs het kleine meer, dit keer ook lekker vlak, omdat ik als doel had om de verzuring eruit te fietsen.
Wederom stond er maandag een korte wedstrijd op het programma, zo’n 40 kilometer, welke enorm lekker ging. Gedurende de wedstrijd heb ik veelal aangevallen, maar werden alle aanvallen gepareerd en werd het uiteindelijk een massasprint en werd ik 10e.
Dinsdag was ik van plan om nog even los te fietsen, maximaal een half uurtje, maar vanwege het slechte weer (regen) heb ik niet gefietst. Wel heb ik nog even gewandeld, maar al met al stelde het niet veel voor. Hoeft ook niet want de dag erna was de belangrijkste wedstrijd, de Alternatieve Elfstedentocht voer 200km. Helaas is deze wedstrijd niet verlopen zoals gehoopt voor het team. Ik heb alles gegeven en ben uiteindelijke 10e geworden (ik zat in het peloton en een kopgroep van 6 rijders waren vooruit).
Zoals jullie kunnen lezen zit het eerste deel van de natuurijswedstrijden er weer op en maak ik mij op voor het tweede deel in het Zweedse Lapland over twee weken. In de tussenperiode heb ik nog twee kunstijswedstrijden en zal ik weer gaan trainen in Thialf en weer lekker de fiets op stappen zodra het kan!
Merel, heel erg bedankt dat je ons een kijkje hebt willen geven in jouw leven als topsporter! X