Dat is toch op zo’n klein fietsje?! Ja, nouja ze zijn best klein. Toch sta je nog versteld hoe hard we op zo’n klein fietsje kunnen. Of hoe ver. Ik heb ooit een keer 30 km op mijn BMX gefietst. Ik zal het niemand aanraden, maar het is dus wel mogelijk.
Op het moment dat je BMX fiets intikt op google. Kom je veelal uit op inderdaad een kleine fiets met peggs (die uitstekende ijzere dingen bij het voorwiel), soms zelfs met een voor rem en/of kettingkast. Hoe gaaf ze er ook uitzien. Op een BMX baan (anders dan een pumptrack) zul je ze niet veel (eigenlijk niet) zien.
Een BMX fiets voor op de baan moet aan een paar eisen voldoen:
- Het moet het liefst zo licht mogelijk zijn.
- Het heeft alleen een achter rem.
- Het heeft een laag zadel.
- Het heeft maar 1 verzet.
Binnen de BMX sport zijn er twee categorieën. De ‘’normale’’ challenge klasse, deze klasse wordt het meest gereden, waarin er op 20 inch BMX fietsen wordt gefietst. En de cruiser-klasse waar er op 24 inch fietsen wordt gefietst. In Nederland is de cruiser klasse vanaf ongeveer een jaar of 13. Hoe oud of jong je dan ook bent de banden maat (20 inch) blijft dus hetzelfde. Wel verschilt de frame maat. Wanneer je bijvoorbeeld 1 meter 20 bent heb je een kleiner frame dan wanneer je 1 meter 80 bent.
Het is belangrijk om een passend frame te vinden. Is je frame namelijk te groot of te klein dan wordt je beperkt in het rijden, springen, oppakken, achterwielen enz.
Er zijn verschillende merken in de BMX sport. Ieder merk heeft weer een net iets andere fiets. Het kan hierbij gaan om verschillen in de stijfheid, de lengte van de achterbrug enz. Iedere rijder is anders en heeft dus ook ergens anders behoefte aan. Over het algemeen is hoe langer de achterbrug, des te lastiger het is om te achterwielen. Maar ik ken ook rijders die het juist weer fijn vinden om een iets langere achter brug te hebben.
Materiaal
Ook in het materiaal zijn er verschillen. In principe is hoe lichter de fiets, hoe makkelijker je er bijvoorbeeld mee kunt springen. BMX fietsen zijn dus het liefst zo licht mogelijk. Tegelijkertijd moet de fiets ook wel sterk zijn. Veel fietsen zijn dus van aluminium gemaakt, maar omdat carbon lichter is wordt er steeds meer gekeken naar hoe je dit carbon zo kan maken dat het sterk genoeg is. Je ziet dus ook steeds meer fietsen van carbon.
Hetzelfde geld voor de velgen en de voorvork. Waar eerst alles van aluminium was, zie je nu steeds meer carbon. De BMX fietsen volgen dus een beetje dezelfde trend als binnen het wielrennen. Ook schijfremmen zie je steeds meer op een BMX fiets.
Wat ook zeker een verschil is vergeleken met een wielren fiets is dat je op een BMX niet kunt schakelen tijdens het fietsen. Je rijdt dus met 1 vast verzet. Dit verschilt per rijder en per leeftijd. Ook wisselen sommige rijders per baan nog wel eens van verzet. Het is namelijk de truc om een verzet uit te kiezen waarmee je snel kunt starten maar waar je ook op de baan snelheid kan maken zonder dat je ‘’loos’’ trapt.
Klikpedalen
Een overeenkomst met het wielrennen is dan toch het gebruik van clicks. Toch zijn er hier binnen de BMX bepaalde regels over die binnen het wielrennen (volgens mij niet gelden). Je mag binnen de BMX in Nederland namelijk pas met clicks rijden wanneer je 13 jaar bent. Met uitzondering van het EK en WK waar er weer andere regels gelden. Ook is er in Amerika zelfs een regel dat wanneer je boven de 55 bent je niet meer met clicks mag rijden. Dit is omdat clicks een bepaald risico met zich meenemen. Wanneer je namelijk valt bestaat er een kans dat je niet goed uit je click kan komen. Waardoor je bijvoorbeeld je knie of enkel kan verdraaien. Dit komt ook doordat je hier als BMX een bepaalt balans in moet vinden. Aan de ene kant moeten je clicks strak genoeg afgesteld staan zodat wanneer je springt of achterwielt niet per ongeluk uitklikt. Tegelijkertijd moet je er wanneer je valt snel genoeg uit komen.
Vandaar dat er ook rijders zijn die op zo genoemde ‘’flat pedals’’ fietsen. Dit zijn pendalen met pinnen erin. Waardoor je er toch goed op blijf staan.
Het zadel
Wat tot slot natuurlijk opvalt is het zadel. Of soms het gebrek daaraan. Als BMX zit je namelijk eigenlijk niet op je zadel. In ieder geval niet tijdens het rijden op de baan. Vandaar dat we zulke kleine zadels hebben en waarom ze zo laag staan. Wanneer het zadel namelijk hoog zou staan en je wilt bijvoorbeeld achterwielen kan dit in de weg zitten. Het is wel grappig hoe deze ontwikkeling is gegaan. Vroeger waren de zadels namelijk veel hoger! Maar met de ontwikkeling van steeds technischere banen, zijn ook de zadels steeds lager geworden. Mocht je nou toch net als ik een gek idee krijgen en wat verder willen fietsen op de weg met je BMX. Dan zijn er bepaalde tussen stukken of zadels met een langere pin. Zodat je wel gewoon kunt zitten!
Super leuk en interessant weer om te lezen Celine! Dankjewel voor je derde gastblog. De eerdere twee vind je overigens hier en hier.