Nicole gaat dit jaar koersen bij de elite!
Nicole (26) behaalde afgelopen zomer haar master Politieke Communicatie & Journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Rond haar 14e begon ze met het presenteren bij TV Midvliet omdat ze zeker wist dat ze (Midden-Oosten) correspondent, nieuwslezeres of schrijfster wilde worden, het liefst bij de NOS. Hoewel ze door studeerde werd deze ambitie steeds op een lager pitje gezet; toen ze 2,5 jaar geleden haar racefiets kocht wilde ze namelijk nog maar een ding: fietsen en op die manier zoveel mogelijk van de wereld zien.
Hoe lang fiets je al?
“Ongeveer 2,5 jaar geleden kocht ik mijn racefiets nadat ik in zag dat mijn hardloopverslaving een beetje uit de hand aan het lopen was. Ik liep tussen mijn 19e en 24e ongeveer 25 halve en drie hele marathons. Soms liep ik twee keer hard op een dag, en toen ik vroeger hockeyde ging ik soms rennend naar de training. Voor mij was hardlopen jarenlang de enige manier om rust in mijn hoofd te vinden en mijn energie kwijt te kunnen. Ik kon het niet echt doseren, want voor m’n gevoel had ik het nodig om te kunnen slapen en te focussen tijdens het studeren. Van de ene obsessie sloeg ik door in de andere; een maand nadat ik mijn racefiets kocht dacht ik dat het wel een goed idee was om de dag nadat ik een PR liep op de halve marathon vanuit Amsterdam naar Schiermonnikoog te fietsen. Mijn ouders waren daar een weekje op vakantie. Het werd een rit van 220 KM zonder GPS, een mobiel die het na een paar uur begaf, niet genoeg eten, een valpartij en een bijna gemiste veerboot, maar ondanks dit avontuur wilde ik de volgende dag het liefst gelijk weer opstappen om mezelf te overtreffen.”
Waarom ben je begonnen met koersen?
“Na een paar maanden dat ik mijn racefiets had kwam ik via via bij Rapha Amsterdam terecht. Al snel fietste ik op zaterdagochtend met de snelle mannen mee; niet altijd kon ik het bijhouden maar ik bleef gaan omdat ik ook bij hun groep voorin wilde rijden. Al snel kreeg ik (op een leuke manier) op mijn kop dat ik niet overal een wedstrijd van moest maken. Dankzij Marit Huisman kwam ik in contact met het koersen. In februari 2018 waren we samen in Girona en beklom ik m’n eerste berg. De eerste dag was echt afzien, maar op de derde dag ging het heel goed en leek ik maar niet moe te worden. De rest was er wel klaar mee, maar ik stond elke ochtend al vroeg weer te springen om de fiets op te gaan. Het afdalen gaf zo’n kick dat ik telkens als een van de eerste beneden was; ik wilde het liefst niet meer naar huis na die week. Marit noemde me voor de grap ‘Blaakie’ (naar Chantal Blaak) vanwege mijn doorzettingsvermogen en (soms wat) Haagse accent, en dankzij haar durfde ik de stap te nemen. Nadat ik in mei 2018 de halve Ironman in Zuid-Frankrijk finishte en acht weken onderzoek had gedaan voor een NGO in Libanon, hing ik mijn hardloopschoenen in de wilgen. Vanaf dat moment combineerde ik het halen van mijn master Politieke Communicatie met mijn eerste koersjes bij de amateurs voor de club WTC De Amstel.
Hoe ziet een gemiddelde trainingsweek eruit?
Momenteel kom ik ongeveer uit tussen de vijftien en twintig uur trainen per week. Twee uur in de week doe ik krachttraining, een uurtje yoga en in het weekend twee lange duurritten. Door de weeks train ik ’s ochtends vroeg of ’s avonds op de Tacx. Helaas werk ik naast dit alles soms veertig uur per week om in het centrum van Amsterdam te kunnen blijven wonen. Ik presenteer en werk parttime voor College Club, pas veel op bij een Amerikaans gezin en doe af en toe wat flexwerk. Daarnaast probeer ik veel tijd door te brengen met mijn familie en beste vrienden en vriendinnen, want ik zou het heel erg vinden als ik mijn andere passies laat schieten voor het wielrennen. Naar mijn idee ga je door je blind te staren op maar één ding alleen maar slechter presteren; als ik nu even een slechte trainingsweek heb, heb ik altijd nog dingen achter de hand die ik ook leuk vind en weer positieve energie uit kan halen.”
Wat doe je naast je trainingen om in shape te blijven?
“Mentale gestel is denk ik nog belangrijker dan het hele wielrennen zelf. Mijn huisgenootje Selena traint voor de hele Ironman in Frankfurt en probeert zich te kwalificeren voor het wereldkampioenschap in Kona; twee sportgekkies onder één dak dus. We lezen beiden veel informatieve boeken en vinden het leuk om te discussiëren over dingen waar we tegenaan lopen in het leven. Voor mij is het bijvoorbeeld lastig om niet teveel te vergelijken, of om soms om te gaan met meningen van anderen. Selena helpt me dan inzicht te geven in waarom mensen doen wat ze doen, en zeggen wat ze zeggen. En gelukkig heb ik mijn vader die als mijn life-coach precies weet welke dingen hij moet zeggen om mij te helpen mijn extreem hoge ambities en verwachtingen van het leven een beetje te relativeren. Vaak haalt hij me op vrijdagavond op, overvalt me dan tijdens fietsritjes langs het strand met filosofische citaten en inzichten, en levert me dan op zondagavond weer opgeladen in Amsterdam af. ”
“Verder heb ik tijdens mijn tijd bij de NOS veel inspirerende mensen ontmoet die mij aanmoedigde om vooral door te gaan met fietsen, omdat ik ook op mijn 30e nog een goede journalist kan worden. Mijn grote voorbeeld, Amber Brantsen, gaf mij bijvoorbeeld het advies om je dromen altijd uit te spreken omdat zo je omgeving je kan helpen deze dromen te bereiken. Elke keer lees ik deze adviezen terug in mijn dagboek als ik bijvoorbeeld zie dat de NOS weer een nieuwe nieuwslezeres heeft, terwijl dat jaren lang mijn droomberoep was. Dan zeg ik 100x tegen mezelf: ‘Ja maar Nicole, toen had je nog geen racefiets!!’ Tot op de dag van vandaag vind ik het een mysterie hoe het kan dat een fiets mijn ambities en toekomstplannen zo veranderd heeft.
Als je terug denkt aan je eerste koers, wat gaat er dan door je hoofd?
“Mag ik dit elke dag doen?’ Ik vond het geweldig, en dat is een understatement. Voor mij was het de eerste keer dat ik iets vond waarbij ik me echt goed kon concentreren (al hoor ik van de mensen die getuigen waren van dit moment dat het leek alsof ik alles deed, behalve concentreren om netjes in het peloton te fietsen, hahaha). De gemiddelde snelheid ligt ongeveer rond de 40 km/uur waarbij ik afgelopen jaar met wind mee op het vlakke stuk de 60 aan heb getikt, dus je moet wel. Daarom denk ik dat ik het zo leuk vind; mijn hele leven lang heb ik geworsteld met concentratieproblemen, maar met koersen moet je wel als je niet wil vallen. Ook is het een tactisch spelletje waarbij het af en toe een beetje pokeren is; er zit veel strategie achter.”
Wat had je graag geweten toen je net begon met wedstrijden rijden?
“De extreme ‘hardheid’ van het koersen. Hoewel ik zelf bloed fanatiek ben en erg competitief, ben ik nog niet in staat om te wennen aan hoe het er soms aan toe gaat. Het voelt voor mij heel onnatuurlijk om na een valpartij gewoon door te fietsen, ook al staan er genoeg mensen aan de kant om te helpen. Tijdens een van mijn eerste elite/amateur wedstrijden viel Shawna, een van mijn beste ploeggenootjes, heel hard. Ze werd letterlijk getorpedeerd door een paaltje op de weg en landde ergens zes meter verderop. De koers ging gewoon door, maar ik zat huilend op de fiets. Toen we de volgende ronde langs reden lag ze helemaal stil, ik dacht oprecht dat ze dood was. Hockey is ook geen veilige sport, maar daar werd er tenminste nog gestopt als iemand een stick tegen z’n hoofd kreeg. Afgelopen seizoen zijn er veel koersen geweest waar ik niet in staat was om op het eind alles te geven, puur omdat ik zo afgeleid was doordat ik iemand hard zag vallen. Heel gek, want zelf ben ik hier niet bang voor.”
Wat voor tips heb je voor meiden die beginnen met koersen?
“Niet bang zijn, en nog belangrijker: laat je vooral niet aan de kant zetten door mannen of vrouwen die gemene opmerkingen naar je hoofd slingeren. In het begin had ik hier heel veel moeite mee, want ik zat niet zoals bijna iedereen in het peloton al vanaf mijn 6e op de racefiets. Afgelopen seizoen heb ik geen vrienden gemaakt en weet ik zeker dat er mannen op Sloten zijn die niet meer bij me in de buurt willen fietsen. Ik had wel lef en kracht, dus vaak ging ik vol gas maar remde dan wanneer dat eigenlijk niet moest. Ook mijn lijn houden kostte me een tijdje. Ik ben me gelukkig bewust van mijn klunzigheid, dus ik vraag altijd aan ervaren renners of ze me kunnen helpen in plaats van commentaar leveren. Ik wil het gewoon echt onder de knie krijgen. Ik ben er heilig van overtuigd dat het kwartje dit jaar wel gaat vallen. Ik heb nu gelukkig geen instapmodel meer maar een ‘echte’ fiets waarvan het zadel niet vier centimeter te laag staat, en ik besef inmiddels hoe dom het is om alleen maar op kop en in de wind te rijden. Als ik mijn master kan halen, dan moet ik dit toch ook wel kunnen?”
Meer weten over Nicole en haar passie voor wielrennen? Afgelopen zomer fietste ze nadat ze 16e was geworden op het WK Gran Fondo in Polen terug naar Amsterdam. Ben je benieuwd hoe ze dit bikepacking avontuur van 1300 kilometer in haar eentje heeft ervaren? Kijk dan haar miniserie ‘ Ik Fiets, Dus Ik Ben.’